Baklava met noten en gedroogde abrikozen van Tessa Kiros

Ingrediënten:
8 personen
siroop
80 g basterdsuiker
2 eetl. vloeibare honing
1/2 theel. kaneel
3 kruidnagelen
sap van 1/2 kleine citroen
baklava
6 vellen filodeeg
150 g boter, gesmolten
125 g zachte gedroogde abrikozen
40 g hele amandelen, grof gehakt
40 g ongezouten pistachenoten, zonder vlies, grof gehakt
1 eiwit
30 g basterdsuiker
enkele druppels vanille-extract

Bereiding:
Doe alle ingredienten voor de siroop in een pannetje met 1,85 dl water; breng dat aan de kook en kook ongeveer 5 minuten, tot de inhoud helder en iets ingedikt is. Neem de pan van het vuur en laat de inhoud helemaal afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Leg een vel filodeeg op het werkvlak en bestrijk met de gesmolten boter. Leg er een tweede vel op en herhaal en doe dat ook met een derde laag. Kwast die ook in en snijd het deeg in de lengte in vier gelijke stroken. Doe hetzelfde met de rest van de filodeeg zodat er in totaal 8 stroken ontstaan.
Maal de abrikozen fijn in een keukenmachine. Meng de abrikozen en de noten in een schaal en proef of het mengsel zoet genoeg is. Zijn de abrikozen aan de zure kant doe er dan suiker bij. Er moet een vochtige grove pasta ontstaan.
Klop het eiwit in een kom tot zich zachte pieken vormen en klop er de suiker en vanille-extract door tot er een stijve en crèmige massa ontstaat.
Neem een volle eetlepel van het abrikozenmengsel en druk dat op ongeveer 7 cm van de onderrand op een strook filodeeg. Schep een volle theelepel van het eiwit over het abrikozenmengsel heen en vouw vervolgens de onderkant van het deeg over de vulling. Sla de zijkanten naar binnen en druk ze langs de hele lengte omlaag. Rol het deeg op tot een mooi pakketje, met de vulling erin. Kwast het rolletje in met gesmolten boter en leg het op een met bakpapier bekleed bakblik. Herhaal met de rest van het deeg en de vulling. Bak 15-20 minuten, tot het deeg krokant en goudbruin is.
Schik de baklava op een serveerschaal en schenk de koude siroop eroverheen. Dien op met vanille-ijs. Lepel eventueel wat extra siroop erover. Het kan ook koud worden gegeten.