Geglaceerde kastanjes

Dit recept is uit het boek ‘Eten van Jimmy’s farm’ van Jimmy Doherty. Toen ik dit recept tegenkwam moest ik meteen aan mijn moeder denken. Als wij de feestdagen doorbrachten bij mijn oma in Zuid-Frankrijk kocht ze altijd wel een doos marrons glacés, kastanjes met een suikerlaagje. Ze was er dol op. Daarom leek het me leuk om dit zelf te maken en heb ik het haar cadeau gedaan voor kerst. Ik heb het gemaakt met gekookte kastanjes die je vacuüm verpakt koopt, en heb de eerste stap van gaar koken overgeslagen.

Ingredienten:
600 g verse gepelde kastanjes
450 g kristalsuiker

Bereiding:
Zet de kastanjes in een grote pan onder koud water en breng dat aan de kook. Temper het vuur laag en laat de kastanjes circa 20 minuten zachtjes koken, tot ze zacht zijn. Kook ze niet te lang, want dan breken ze bij het glaceren. Giet ze af, maar bewaar circa 150 milliliter van het kookvocht.
Doe het kookvocht terug in de pan en voeg de suiker toe. Roer op laag vuur tot alle suiker is opgelost. Voeg de kastanjes toe, breng alles aan de kook en haal de pan van het vuur. Dek de pan af en laat hem 24 uur staan.
Herhaal dit op de tweede dag en laat nog eens 24 uur staan.
Op dag drie herhaal je het kookproces, maar daarna schep je de kastanjes met een schuimspaan uit de pan. Leg ze op een rooster boven een schaal en laat ze een paar dagen op een warme plaats drogen. Ze zijn klaar als ze niet meer kleven.
Bewaar de geglaceerde kastanjes in een kartonnen of houten doos met bak- of siliconenpapier ertussen, want in een luchtdichte verpakking kunnen ze gaan schimmelen.