Bretonse taart met appel, framboos en braam van Annabel Langbein

Deze taart komt uit het boek ‘Fresh’ van Annabel Langbein. Het recept is eigenlijk met feijoa’s. Na een zoektocht op internet heb ik uiteindelijk de taart zonder feijoa’s gemaakt en vervangen door frambozen en bramen. En het resultaat was heerlijk. Een friszure vulling met een brosse korst met een volle smaak.

Ingrediënten:
250 g zachte boter
250 g suiker
1 theel. vanille-extract
1 eetl. ijskoud water
4 eierdooiers
450 g bloem
1 eierdooier voor het bestrijken
4 grote groene appels en 4 feijoa’s of 6 appels (ik gebruikte 6 appels en een handvol bramen en een handvol frambozen)
4 eetl. water
suiker naar smaak (75g)

Bereiding:
Klop de boter en suiker heel luchtig. Klopt het vanille-extract en water erdoor en één voor één de eieren; klop alles luchtig voordat je een nieuw ei toevoegt. Schep de bloem erdoor, maar zonder te kloppen.
Druk in een springvorm van 26 centimeter doorsnede twee derde van het deeg uit tegen de bodem en de wand. Rol op een stuk bakpapier het resterende deeg uit tot dezelfde diameter als de vorm. Zet de vorm en de lap deeg tenminste 15 minuten in de koelkast. Schil de appels en feijoa’s, snijd ze in plakjes en doe ze in een pan met het water en de suiker. Breng alles op heel laag vuur aan de kook en verwarm het onder regelmatig roeren 12-15 minuten tot al het vocht verdampt is. Ik roerde er van het vuur af de frambozen en bramen doorheen. Laat volledig afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Doe het fruit in de taartbodem, leg de lap deeg erop, verwijder het bakpapier en druk de randen op elkaar. Bestrijk het deeg met de losgeklopte eierdooier en maak er met een vork kriskras strepen op als garnering. Bak de taart in 40 minuten goudbruin. Serveer warm of koud.